Home

Onderzoek MSNP

Vuurwerkramp 10 jaar onderzoeken

Ons algemeen onderzoek naar vuurwerk

De vuurwerkramp 10 jaar later

TROUW 17 november 2000

Op zoek naar het eerste vlammetje

Ruud van Haastrecht en George Marlet

2000-11-17

Aan ,,een van de best gedocumenteerde rampen' ontbreekt de sleutel. De oorzaak van de ontploffing van S.E. Fireworks in Enschede is een half jaar na dato nog steeds onopgehelderd.

Het hoge woord kwam er een maand geleden uit. ,,Er moet rekening mee worden gehouden dat de oorzaak van dat eerste vlammetje niet kan worden achterhaald', sprak voorzitter Marten Oosting van de onderzoekscommissie naar de vuurwerkramp in deze krant. Op zijn eigen internetsite kreeg Oosting er meteen ongenadig van langs. Voor de getroffenen van de vuurwerkramp is dat niet alleen een onverteerbare gedachte, maar ook een bevestiging van bange vermoedens. ,,COV is waardeloos. Laat het echte onafhankelijk onderzoek nu beginnen, zodat de waarheid rondom de oorzaak van de ramp eindelijk naar buiten kan komen en dit soort volksverlakkerij voorgoed tot het verleden behoort!', aldus een woedende reactie.

Oosting trok zich de kritiek van slachtoffers aan. Zij willen per se weten hoe dat 'eerste vlammetje' is ontstaan, een logische behoefte gezien de enorme emotionele nasleep van de ramp. De commissie-Oosting neemt daarom alle gespreksverslagen met de tweehonderd getuigen nog eens door. De commissie wil in haar rapport de nodige complottheorieën ontzenuwen en denkt de mogelijke oorzaak te kunnen beperken tot drie of vier mogelijkheden. Maar voor 'het eerste vlammetje' verwijst Oosting graag naar het openbaar ministerie.

Het justitieel onderzoek zit echter in het slop. Maar liefst tweeduizend mensen zijn verhoord door het OM in Almelo, zonder dat dat een duidelijk spoor heeft opgeleverd. Alleen een aantal oorzaken is nu uit te sluiten. Er lagen geen springstoffen bij S.E. Fireworks, en de explosie is niet veroorzaakt door het warme weer of door de brandglas-werking van lichtkoepels in de ompakruimte van de vuurwerkbunker. In maart hoopt het OM de strafzaak voor de rechter te brengen.

Directeur Rudi Bakker van S.E. Fireworks houdt vol dat vuurwerk niet de aanzet gaf tot de twee verwoestende explosies, waarbij 22 doden vielen, bijna duizend mensen gewond raakten en de materiële schade ten minste één miljard bedraagt. In het actualiteitenprogramma nova, waste Bakker zijn handen in onschuld. ,,Wat daar geëxplodeerd is, was geen vuurwerk. Daar voel ik me niet verantwoordelijk voor.' En over het gewroet van het OM in de vuurwerkbranche: ,,Dat roept maar wat; verstand van zaken hebben die mensen niet.'

In het kleine vuurwerkwereldje genoot S.E. Fireworks onder de vorige eigenaar een bedenkelijke reputatie. Maar sinds de overname van de zaak begin 1998 door twee werknemers, Rudi Bakker en Willy Pater, leek het vuurwerkbedrijf zijn leven gebeterd te hebben. De nieuwe eigenaren stuurden hun werknemers naar een professionele bijscholingscursus, het bedrijfsterrein kreeg een asfaltlaag, de gebouwen een likje verf. En illegale praktijken, zoals het zelf maken van vuurwerk, zouden tot het verleden behoren. Nogmaals directeur Bakker: ,,We hadden het keurig netjes voor elkaar op ons bedrijventerrein.'

Maar wat zijn de feiten? Twee maanden na de bedrijfsovername brengt een defensie-inspecteur een bezoekje aan de Tollensstraat. Hij rapporteert dat er in twee bunkers ontvlambare stoffen s men met vuurwerk liggen opgeslagen. In een van die bunkers liggen bovendien losse mortierbommen, die verpakt dienen te zijn. En er wordt een partij van 3 a 400 kilo 'afvoergereed' vuurwerk aangetroffen in een brandgevaarlijke loods. Of de twee eigenaren de kritiek ter harte hebben genomen is onbekend. Het Leidse Crisisonderzoeksteam (COT) heeft het in zijn onderzoek naar de vergunningverlening nergens kunnen terugvinden.

 

Een andere indicatie voor de veiligheidspraktijk bij S.E. Fireworks is het al dan niet hebben van een goedgekeurde brandblusinstallatie, die een vuurwerkopslag in geval van brand in luttele seconden blank kan zetten. Weliswaar is zo'n sprinklerinstallatie door lakse wetgeving nog altijd niet verplicht voor vuurwerkbedrijven, maar bonafide bedrijven hebben er een. Bij het Nationale Centrum voor Preventie in Houten staat de Enschedese vuurwerkopslag echter niet geregistreerd.

Het ontbreken van een deugdelijke sprinklerinstallatie was een van de dingen die Martin Volk opviel. De gepensioneerde Berlijnse explosievenexpert bezocht een jaar geleden de vuurwerkopslag in Enschede. Volk was medeorganisator van het millenniumvuurwerk voor de Schlossplatz en zocht nog wat evenementenvuurwerk. Verbijsterd verliet de Duitse delegatie het terrein. Aan de telefoon somt hij de manco's nog eens op: het vuurwerk lag opgeslagen in de amper brandwerende zeecontainers, er was geen bliksemafleider, de containerdeuren stonden open, de opstelling van de opslagruimten ten opzichte van elkaar was onveilig, duidelijke vluchtwegen ontbraken; ,,Mein Gott, dat zouden wij in Duitsland nooit toelaten!' Maar het ernstigste was de binnenplaats. Daar lagen zakken met het zeer explosieve mengsel van kaliumperchloraat met aluminium opgestapeld. ,,Dat mag daar helemaal niet liggen!' In maart bracht vuurwerkagent S. Schouten een beleefdheidsbezoekje aan S.E. Fireworks. Hoewel hij al een tijdje als vertegenwoordiger voor de firma werkte, mocht hij lang niet overal rondkijken. Wel viel hem op hoe in de centrale hal vuurwerkdisplays werden gemonteerd, terwijl daar ook open en bloot zware kogelbommen lagen, mogelijk van hetzelfde soort waar de defensie-inspecteur over repte. Dat is volgens Schouten vragen om ongelukken. ,,Ze zagen zelf ook in dat het een rommel was, maar ze zeiden: over twee jaar zitten we toch ergens in de nieuwbouw.'

Het verwaarlozen van de veiligheid was al praktijk onder de vorige eigenaar. In 1994 kreeg S.E. Fireworks in feite een vrijbrief om daar geen aandacht meer aan te besteden. Een kritische defensie-inspecteur werd toen door de directeur van de gemeentelijke milieudienst gesust: ,,Gezien de te verwachten ontwikkelingen ten aanzien van woningbouw op de bedrijfsterreinen aan de Tollensstraat is het niet zinvol de heer Smallenbroek grote investeringen te laten doen.'

Daarbij bezaten Smallenbroeks opvolgers geen cent voor degelijke vuurwerkbunkers of blusapparatuur. De twee oudgedienden stonden nog voor zo'n 700 000 gulden in het krijt bij Smallenbroek. Geldnood kan voor de nieuwe directeuren een reden zijn geweest om door te gaan met de productie en verkoop van eigenhandig gefabriceerd vuurwerk. S.E. Firework genoot in de branche enige faam vanwege zijn 'harde knallers'. Die roem bracht de Berlijnse delegatie naar Enschede. Een concurrent meldde kort na de ramp dat de nieuwe eigenaren van S.E. Fireworks hem vorig jaar zelfgeproduceerd knalvuurwerk aanboden, met het explosieve titanium als belangrijkste bestanddeel.

In de vuurwerkbranche is algemeen bekend dat bedrijfscontroles nooit in weekeinden plaatsvinden. Dat maakt de lezing plausibel dat bij S.E. Fireworks op zaterdag 13 mei een ploegje aan het werk was met evenementenvuurwerk. De middag ervoor bezorgt een vrachtwagen een flinke partij vuurwerk aan de Tollensstraat die niet in de bunkers werd opgeslagen. Tenminste twee getuigen, een garage-eigenaar en twee verhuizende broers, horen zaterdag rond het middaguur vuurwerk. Het zou ook verklaren hoe de directeuren en drie medewerkers zo snel ter plaatse zijn na de vuurwerkramp. En de eerste brandweerlieden die aankwamen bij de vuurwerkopslag, rapporteerden volgens brandweercommandant Groos dat de deuren van de vuurwerkbunkers openstonden, eveneens een aanwijzing dat er op het terrein die middag gewerkt werd.

Een uit de hand gelopen sabotage-actie valt ook niet uit te sluiten. Het vuurwerkwereldje kent veel kinnesinne en oude vetes. En ook tussen Smallenbroek (die op 13 mei vanaf zijn vakantieadres de politie belde om zijn opvolgers zwart te maken), Bakker en Pater boterde het de laatste tijd niet erg. S.E.-Fireworks-directeur Bakker gelooft heilig in die theorie: ,,Er zijn mensen op het terrein geweest die daar wat hebben uitgespookt.'

De slachtoffers leggen zich er niet bij neer dat de vuurwerkramp mogelijk nooit ontraadseld zal komen. De Belangenvereniging slachtoffers vuurwerkramp Enschede speurt zelf naar de oorzaak. Onderzoeker Bas van den Heuvel noemt S.E. Fireworks ,,het perfecte bedrijf om op te blazen'. En wie plannen in die richting had, kon het beste beginnen in de 'dode hoek' achter de zeecontainers E2 en E15. ,,Bij zeecontainer 2 is iets geks gebeurd. Er zijn meer bewegingen op het terrein geweest dan werd waargenomen.'

Werknemer Hennie Kloppenborg (,,Ik heb het lontje niet aangestoken') zegt dat hij tussen halftwaalf en twaalf uur op het bedrijf was om een waterspuit op te halen. Op het terrein zou hij een zwerver hebben weggejaagd. Kloppenborg is niet zeker van het tijdstip: ,,Ik kijk niet constant op mijn horloge en ik had mijn bril niet bij me.' Het kan ook halftwee geweest zijn. Dat klopt beter met de bevinding van de politie dat Kloppenborg even voor tweeën bij directeur Rudi Bakker aan huis is geweest.

De sabotage-theorie wordt echter ondergraven door de getuigenissen van omwonenden. Elk vuurwerkbedrijf heeft een 'proefveldje' waar het nieuwe partijen vuurwerk uitprobeert. De vrijdag voor de ramp was er net een nieuwe partij binnengekomen. Zaterdagmiddag om één uur hoort een getuige bij het verhuizen het afsteken van een duizendklapper. Om kwart voor drie ziet een garagehouder vuurpijlen gecontroleerd de lucht in gaan.

De vraag blijft hoe dat 'eerste vlammetje' zo'n ongekende kettingreactie kon veroorzaken. De slachtoffersvereniging heeft een eigen theorie: ,,Er is steeds gezegd dat vuurwerk niet zo'n enorme explosie kan veroorzaken, maar er vond desondanks een massa-explosie plaats. We hebben film- en videomateriaal gedigitaliseerd. Daaruit blijkt dat er niet één, maar wel tien tot twaalf explosiekernen zijn geweest op verschillende plaatsen.' Meerdere explosies die tegelijkertijd plaatsvinden, dat kan volgens onderzoeker Van den Heuvel komen door een sterke schokgolf, die vrijkwam bij de eerste zware explosie.

Bij hun onderzoek op het bedrijfsterrein deden TNO en het Nederlands Forensisch Instituut na de ramp een interessante vondst. Dichtbij de explosiekern troffen ze een 60 liter groot vat aan met titaanpoeder. Titaan kan, net als aluminium en kaliumperchloraat, worden gebruikt als springstof, Flash Powder of 'wit kruit' in vakjargon. Van den Heuvel: ,,Er wordt in de vuurwerkbranche al enige tijd gekeken of je aluminium in Flash Powder kunt vervangen door titanium. Omdat je dan een hardere knal krijgt.' Het poeder wordt gebruikt als flitsend 'salute' aan het begin en einde van een vuurwerkshow. Bij verhitting kan het witte kruit de onmogelijk geachte massa-explosie veroorzaken, uitmondend in een schokgolf die het grootste deel van het vuurwerk deed ontploffen. Vervolgens trok de schokgolf met een snelheid van ruim duizend meter per seconde, sneller dan het geluid, een verwoestend spoor door de wijk Roombeek.

Het is een theorie, geeft Van den Heuvel toe. De belangenvereniging van slachtoffers geeft haar graag op voor een betere. En vraagt hulp van overheid en onderzoeksinstituten bij de verdere speurtocht. ,,Geef ons wetenschappelijke literatuurverwijzingen, zijn er internationaal vergelijkbare rampen gebeurd?, controleer onze berekeningen! Het kan niet zo zijn dat iedereen zegt: ik heb het niet gedaan, terwijl er wel een woonwijk de lucht in is gegaan.'

Download

Onbekendheid risico's evenementenvuurwerk verklaart omvang ramp Enschede.
Persbericht 16-11-00

Trouw 17-11-00 pagina1 1 en 2

NRC 17-11-00

MSNP rapport over de vuurwerkramp 27-02-01

NTN en het NRC over het MSNP onderzoek

NRC over de rapporten

Een grote zaak met een klein mannetje
Trouw 14-04-2003

 

 

Zie ook

Contact

Tijdslijn

[an error occurred while processing this directive]